Hoe ontstaat een aardbeving?

Op verschillende plekken ter wereld komen aardbevingen voor. Hoe ontstaat zo’n beving?

Door Redactie
Hoe ontstaat een aardbeving?

De aarde kun je zien als een ui. Hij bestaat uit allerlei laagjes: de aardkern, de aardmantel en de aardkorst. De aardkern is de warmste laag en zit in het midden van de aarde. De laag daaromheen heet de aardmantel. Wij leven op het buitenste deel, de aardkorst. Die korst bestaat uit verschillende tektonische platen. Die aardplaten liggen als puzzelstukjes in elkaar. Maar ze liggen niet stil, ze bewegen héél langzaam. Soms botsen ze tegen elkaar, gaan ze uit elkaar of schuren ze langs elkaar. Dit wordt ook wel platentektoniek genoemd.

Spanning

Deze aardplaten komen soms vast te zitten of schuren te veel langs elkaar. Op die momenten ontstaat er spanning. Als deze spanning blijft opbouwen, schieten de platen uiteindelijk met een flinke schok langs elkaar. Dit zorgt voor een harde schokgolf kilometers diep in de aarde. Meestal merken wij hier niks van, maar soms schudt de aardkorst plots hevig heen en weer. Hoe harder de schokgolf in de aarde, hoe groter de kans dat er op de aardkorst een aardbeving ontstaat.

Op de foto zie je een seismograaf. Daarmee worden de trillingen van een aardbeving gemeten. Onder de foto gaat de tekst door.

gettyimages-Anadolu

Schaal van Richter

De plek waar de aardbeving ontstaat wordt het hypocentrum genoemd. Recht boven het hypocentrum is de aardbeving het zwaarst. Deze plek op de aardkorst wordt het epicentrum genoemd. Vanuit deze plek verspreiden de trillingen zich over het aardoppervlak. Hoe verder van het epicentrum je komt, hoe minder schokgolven je voelt. Hoe zwaar een aardbeving is, wordt gemeten op de schaal van Richter. Een aardbeving met het cijfer één is niet te merken, terwijl een twaalf zorgt voor een enorme ramp waarbij niets overeind blijft staan.

Breuklijnen

Op sommige plekken is de kans op een aardbeving veel groter dan op andere plekken. Dit heeft te maken met breuklijnen tussen de tektonische platen. Op deze plekken is de kans op een aardbeving het grootst. Landen die in de buurt liggen van breuklijnen hebben daardoor vaker last van de hevige schokgolven. Zo komen de meeste aardbevingen voor rond de Grote Oceaan, bij landen als Japan, Australië en China. Nederland ligt niet in de buurt van een breuklijn en heeft daardoor amper last van aardbevingen veroorzaakt door platentektoniek.